In inkt vereeuwigd

zaterdag 7 september 2013 t/m zondag 8 december 2013

Een pasfoto, vakantiekiekje of staatsieportret; al eeuwenlang zijn mensen geboeid door afbeeldingen van zichzelf of anderen. Dit najaar toont het Stadsmuseum Woerden vijftig grafische portretten tijdens de tentoonstelling ‘In inkt vereeuwigd’. De prenten zijn vervaardigd in de periode 1600 tot 2000 en geven een duidelijk overzicht van de ontwikkeling van het Nederlandse grafische portret in de afgelopen eeuwen.

Grafiek

Grafiek, ook wel prentkunst genoemd, is een vorm van beeldende kunst waarbij de kunstenaar gebruik maakt van druktechnieken. De afbeeldingen die op deze manier ontstaan, worden prenten genoemd of met de verzamelnaam grafiek aangeduid. De drie voornaamste technieken zijn hoogdruk, diepdruk en vlakdruk. De kunstenaar brengt in een drukvorm, zoals een houtblok of metalen plaat, een afbeelding aan. Bij hoogdruk is de afbeelding uitgestoken in een hoger liggend reliëf, bij diepdruk is die ingegraveerd in een plaat. Bij vlakdruk is het beeld met een vette inkt of krijt aangebracht op een steen. In alle gevallen wordt de drukvorm met een pers en inkt afgedrukt op papier.

Portretten

Door de eeuwen heen hebben mensen belangstelling gehad voor afbeeldingen van zichzelf of anderen. Vanaf 1600 na Chr. kwam de portretkunst in Nederland zelfs tot bloei. In de zeventiende eeuw, ook wel de Gouden Eeuw genoemd, groeide de welvaart in de Republiek. De bloeiende handel leidde tot een grote en zeer rijke klasse van kooplieden. Deze burgers, die niet van adel waren en zelf hun fortuin vergaarden, hadden een sterk zelfbewustzijn. Zij lieten hun portret schilderen voor het nageslacht. Door dure kleding, sieraden en allerlei attributen werd hun succes en status benadrukt. Daarnaast was een portret van een belangrijke kunstenaar een statussymbool op zich.

De Iconographie van Anthony van Dyck

Eén van de meest gewaardeerde portretschilders van de zeventiende eeuw is Anthony van Dyck (1599-1641). Door de toenemende populariteit steeg de vraag naar portretten. Hierdoor heeft Van Dyck waarschijnlijk besloten naast schilderijen ook prenten te vervaardigen. Hij begon aan een grafische portretreeks die nu bekend staat als de Iconographie en voor het eerst werd uitgegeven omstreeks 1630. De geportretteerden zijn in drie categorieën in te delen: vorsten, politici en militairen, staatslieden en geleerden, kunstenaars en liefhebbers. Daarnaast voegde hij ook een zelfportret toe en een portret van zijn vrouw Mary Ruthven. Van Dyck etste zelf maar werkte vooral samen met graveurs die zijn ontwerpen omzetten in grafiek. Zijn eigen etsen, zoals het portret van Lucas Vorsterman te zien in de tentoonstelling, zijn van ongekende kwaliteit en staan op eenzame hoogte in de geschiedenis van de prentkunst. Ze zijn virtuoos getekend in voor die tijd bijzondere composities.

Traditie en keerpunt

De prenten van Anthony van Dyck passen in de op dat moment heersende traditie. In de zestiende en zeventiende eeuw werden hoogwaardigheidsbekleders afgebeeld in formele staatsieportretten met veel versiering. De portretten worden omkadert door zwaar gedecoreerde lijsten en de elitaire heerser, in harnas of behangen met versiersels, kijkt op de toeschouwer neer. Van Dyck’s portretten van diplomaten en kunstenaars vormen een keerpunt in deze ontwikkeling. Ze zijn minder statig en er is nauwelijks sprake van attributen. Zonder onderschrift zou moeilijk na te gaan zijn wie er is afgebeeld. Ook wordt de decoratieve omlijsting minder toegepast. De kunstenaars waren goede bekenden van Van Dyck. Hij geeft hen op dezelfde waardige en zelfbewuste manier weer en maakt geen onderscheid op basis van sociale klasse. Een goed voorbeeld is het eerder genoemde portret van de graveur Lucas Vorsterman. In vergelijking met het portret van Alexander Farnese van Gysbert van Veen uit 1590 is dat van Vorsterman expressiever. Het straalt spontaniteit uit en er is duidelijke aandacht voor de persoonlijkheid van de kunstenaar. Van Dyck en Vorsterman kenden elkaar dan ook goed, aangezien Vorsterman voor Van Dyck werkte en ontwerpen van hem in prent bracht.

Ontwikkeling

De invloed van de Iconographie op de portretkunst was groot. De prenten zijn vaak herdrukt, en veel nageschilderd en -getekend. Er zijn zelfs aanwijzingen dat het album als voorbeeldboek heeft gediend voor de opleiding van kunstenaars en graveurs. Aan het eind van de zeventiende en in de achttiende eeuw speelt het decoratieve element een steeds minder grote rol in het portret. De geportretteerden worden meer natuurgetrouw weergegeven, zoals Johanna Koerten Blok uit 1701. In plaats van behangen met goud en juwelen is Johanna weergegeven in bescheiden kleding en met haar haar in een eenvoudige knot. Haar gezichtsuitdrukking verraadt een zelfbewust maar gematigd karakter.

In de loop der tijd dringt het naturalisme steeds verder door in de gedrukte portretten. Zelfs de staatsieportretten van Koning Willem I en koning Willem II uit de negentiende eeuw lijken natuurgetrouw. Aan het eind van de negentiende eeuw maakt het decoratieve element even zijn rentree. Geportretteerden zijn afgebeeld in een verhalende setting en ook de decoratieve rand wordt weer afgestoft. In de twintigste eeuw komt het naturalisme tot een hoogtepunt. Kunstenaars beelden ‘gewone mensen’ af zoals hun zwangere echtgenote of een lezend nichtje. Het zijn sobere prenten die niet bedoeld zijn om te imponeren maar recht doen aan de persoonlijkheid van de geportretteerde. Voorbeelden zijn het portret van een oude vrouw van Aart van Dobbenburgh uit 1952 in wiens gezicht de rimpels te tellen zijn en het zelfportret van Paul Citroen uit 1977 terwijl hij in de spiegel kijkt.

Verzameling van Rob Meijer

De prenten in de tentoonstelling zijn afkomstig uit de verzameling van de heer Rob Meijer uit Oudewater. Al zo’n zestig jaar houdt Meijer zich bezig met het verzamelen van grafiek. In de loop der tijd heeft hij een brede collectie opgebouwd. Behalve West-Europese grafiek bezit hij Aziatische en Oost-Europese prenten en een grote verzameling toegepaste grafische kunst. De belangstelling voor prenten heeft hij van huis uit meegekregen en in de loop der jaren heeft hij zich ontwikkeld tot specialist op dit gebied.

Rondleidingen

Rob Meijer vertelt graag over zijn collectie en daarom organiseert het Stadsmuseum Woerden rondleidingen op zaterdag 5 oktober en zaterdag 16 november. Meijer is van 14:00 tot 16:00 uur aanwezig en zal geïnteresseerde bezoekers meenemen door de tentoonstelling. De rondleidingen zijn, afgezien van de normale entree voor het museum, gratis.

Maand van de Grafiek

De tentoonstelling valt samen met de Maand van de Grafiek. Dit evenement wordt georganiseerd door leden van de Vereniging voor Originele Grafiek en de Graphos biennale. Het is bedoeld om grafiek onder de aandacht te brengen van het publiek, kunstenaars en de kunsthandel. In de periode van eind september t/m half november worden op meer dan 70 locaties activiteiten georganiseerd die te maken hebben met grafiek.

Kijk voor meer informatie over de Maand van de Grafiek en de verschillende activiteiten op: www.maandvandegrafiek.nl

Delen: