Leven in lijnen
zaterdag 6 september 2014 t/m zondag 14 december 2014
Een koude winterdag in december 2012. Bij een opslagbedrijf wordt een onbekende container geopend waarin oude meubels, een Jugendstil-lamp en helemaal achter in een grote, afgesloten kast wordt gevonden. Als de kastdeuren opengaan, blijken de tientallen laden, vakjes en schappen uit te puilen met papier. Zo wordt Thila Duyvis geconfronteerd met de nalatenschap van haar oudtante, de grafica Debora Duyvis (1886-1974). De laadjes van de kast gaan open en de inhoud wordt onderzocht. Vele losse vellen met tekenoefeningen, maagdelijke houtblokken en koperplaten komen te voorschijn maar ook gegraveerde platen en hun afdrukken. Er zijn gereedschappen zoals burijnen, gutsen, een klein doosje aquarelverf en een ouderwets brilletje. Wel 65 schetsboeken met tekeningen van Debora’s vele reizen. Maar ook persoonlijke herinneringen zoals dagboeken, foto’s van familie en brieven van vriendinnen en haar vader. Tenslotte een kasboek met alle inkomsten en uitgaven van haar eenmanszaakje. De kast blijkt een heel kunstenaarsleven te bevatten dat sinds 1965 -het jaar dat Debora stopte met werken- onaangeroerd bleef. Voor kunsthistoricus Jaap Versteegh vormde deze schat de aanleiding voor een onderzoek naar het leven en werk van Debora Duyvis. Het resultaat is een tentoonstelling in het Stadsmuseum Woerden en een monografie met de titel Leven in Lijnen!
Debora G. Duyvis
Debora Geertruida Duyvis werd geboren op 17 februari 1886 in Amsterdam. Haar doopsgezinde familie kwam oorspronkelijk uit de Zaanstreek waar men handelde in plantaardige oliën. In 1880 verkocht haar vader koffie en startte hij het bedrijf Duyvis & Zn. Debora kwam dus uit een echt zakenmilieu waar van de jongens verwacht werd dat zij hun vader zouden opvolgen in de zaak en de meisjes werden voorbereid op een toekomst als huisvrouw. Na een aantal jaar aan de lagere school werd Debora dan ook in het buitenland naar kostschool gestuurd. Tussen 1900 en1904 woonde ze in Brussel, Bonn, Antwerpen en Engeland. Als jong meisje had Debora al belangstelling voor tekenen. Op 13-jarige leeftijd tekende ze bijvoorbeeld haar uitzicht over de daken van Amsterdam. Haar idee om aan de gerenommeerde Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te gaan studeren, werd door haar zakelijk ingestelde ouders aanvankelijk niet gesteund. De eigengereide Debora slaagde echter voor haar toelatingsexamen en in 1911 begon zij toch aan haar opleiding.
Academie
Van 1911 tot 1918 studeerde Debora aan de kunstacademie en maakte ze deel uit van de kunstklas van Johannes Aarts (1871-1934). Aarts koos als graficus voor sociaal bewogen onderwerpen zoals arme landarbeiders, bedelaars, zwervers en kreupelen. Zijn werk dat te zien is in de hal van het museum, is zeer gedetailleerd en nauwkeurig uitgewerkt. Naar aanleiding van de lessen van Aarts besloot Debora zich te specialiseren in diepdruktechniek van de burijngravure. Deze techniek vergt een interesse voor het ambacht en een langzame, studieuze manier van werken die goed bij Debora paste. Tijdens haar opleiding werd Debora begeleid door de toenmalige directeur van de academie, Antoon Derkinderen (1859-1925). In de loop der jaren bouwde ze een goede band op met Derkinderen. Hij was eerlijk, voorzichtig in zijn oordeel en het corrigeren van haar werk, maar niet bang voor vernieuwing.
Eigen stijl
Na haar afstuderen, richtte Debora zich aanvankelijk op het maken van portretten in verschillende technieken. Hieraan had ze echter niet genoeg en in een poging haar eigen stijl te ontdekken, vertrok ze naar Italië waar ze acht maanden verbleef. Hier maakte ze vele schetsen van het bergachtige landschap en de lokale bevolking. In 1922 ging ze voor vijf maanden naar Parijs waar ze de prachtige prent Dakensynfonietta maakte. In verschillende Parijse musea maakte ze kennis met de nieuwe vormentaal van actuele kunststromingen zoals het futurisme en het kubisme. Door veel te kijken, experimenteren, reizen en lezen, kwam Debora langzaam tot haar eigen stijl en werkwijze. Ze begon altijd met snelle, levendige schetsen waarvan er nog veel bewaard gebleven zijn. Hierin legde ze alle details vast die in haar ogen van belang waren, zoals houdingen, uitdrukkingen, licht, schaduw en wolkenpartijen. Deze krabbels werden uitgekristalliseerd tot hun meest zuivere vorm in prenten en tekeningen. Door vergaande versobering en selectie kwam Debora tot heldere en zuivere lijnen. Opvallend is dat ze zich nooit aangetrokken voelde tot de emoties en de subjectiviteit van het dan populaire expressionisme. In haar werk spelen sentimenten geen rol maar toch verliezen haar gevoelige prenten nooit warmte en humor.
Reizen
Na haar eerste trip naar Italië werd Debora verliefd op het reizen. Eén van haar vaste reispartners was de Engelse kunstenares Violet Dreschfeld maar vaak trok ze er alleen op uit. In de jaren twintig was het niet gebruikelijk dat een ongetrouwde vrouw zonder mannelijke begeleiding buitenlandse reizen maakte en het illustreert Debora’s zelfstandige karakter. Ze bezocht steden zoals Parijs, Venetië, Rome en Florence maar ook kleine, schilderachtige plaatsen in Spanje en op Corsica en Ibiza. Ze had een voorliefde voor kleine haventjes en drukke markten waar ze tussen de lokale bevolking altijd op zoek was naar een authentiek model. Debora stoorde zich aan het opkomende toerisme. Aan geld had ze geen gebrek maar ze hield van het traditionele en eenvoudige leven in de dorpjes. Tijdens haar reizen die vaak vele maanden duurden, maakte ze haar beste werk. Goede voorbeelden hiervan zijn de prenten Concarneau, Calvi en Veere die te zien zijn in de tentoonstellingszalen op de eerste verdieping.
Ex libris
Naast vrij werk maakte Debora ook prenten in opdracht zoals boek- en tijdschriftomslagen, postzegels en ex libris, die toen erg populair waren. De ex libris -een eigendomslabel in een boek- is een aparte vorm van prentkunst door het kleine formaat en de vaak symbolische betekenis. Ze werden specifiek voor de opdrachtgever ontworpen en reflecteerden zijn/haar karakter, beroep of levenshouding. Deze kleine afbeeldingen pasten goed bij de verfijnde en complexe techniek van de burijngravure waarin Debora uitblonk.
Richard Roland Holst (1886-1938)
Zoals gezegd kwam Debora uit een ‘chique’ gezin. Hoewel ze in veel opzichten niet voldeed aan het ideaalbeeld -ongetrouwd, zelfstandig en eigenwijs- hebben haar ouders haar altijd gesteund. Debora had vooral voor haar vader een zwak en met hem onderhield ze op haar reizen dan ook een regelmatige briefwisseling. In 1926 ontmoette ze de schrijver, schilder en graficus Richard Roland Holst (1886-1938). Hij was achttien jaar ouder dan zij en ongelukkig getrouwd met dichteres Henriette Roland Holst-van der Schalk. Uit de dertig brieven die in Debora’s kast zijn gevonden, blijkt dat er een liefdevolle relatie tussen haar en Roland Holst ontstond. Hoe één en ander precies is ontstaan, is onbekend omdat niet de hele correspondentie bewaard is gebleven. Duidelijk is dat Debora de relatie met haar ‘Rikje’ geheim wilde houden. Roland Holst overleed op 31 december 1938 aan een hartstilstand. Bij leven had hij Debora al gevraagd zijn nalatenschap af te handelen en zich te ontfermen over zijn werk. Iets wat haar tot in de jaren ’60 bezighield.
Vanaf 1965 stopte Debora zelf ook met werken. Haar wereld werd vanaf dat moment steeds kleiner. Ze trok alleen nog op met familieleden in Amsterdam-Zuid. Op 29 oktober 1974 overleed Debora Duyvis op 88-jarig leeftijd.
Voor meer informatie zie: www.deboragduyvis.nl.
Boek
Kunsthistoricus Jaap Versteegh schreef een monografie over het leven en werk van Debora Duyvis met de titel Leven in lijnen. Debora Duyvis, grafica 1886-1974. In dit boek is haar volledige grafische oeuvre afgebeeld en wordt er aandacht besteed aan haar biografie en de receptie en analyse van haar werk. Leven in Lijnen is een uitgave van de Utrechtse uitgeverij Begijnekade 18 met ISBNnummer 978-90-78019-40-4. Het boek is gedrukt in full color, heeft 128 pagina’s en is bij het Stadsmuseum verkrijgbaar voor € 21,95.
Lezing
Jaap Versteegh geeft op zondag 12 oktober van 15:00 tot 16:00 uur een lezing en een rondleiding door de tentoonstelling. Deelnemers worden ontvangen in de Vroedschapszaal van het Stadsmuseum met koffie/thee en iets lekkers. De lezing kost € 5,- en een groep bestaat uit maximaal 30 personen.
Educatief project
In samenwerking met KUVO organiseert het Stadsmuseum Woerden bij deze tentoonstelling het educatieve project Druk met Kunst. Basisschool leerlingen uit groep vijf en zes wordt uitleg gegeven over de verschillende grafische technieken. Daarna wordt een bezoek gebracht aan het Stadsmuseum en drukkerij Senz. Vervolgens gaan de leerlingen zelf aan de slag met verschillende hoogdruktechnieken.